ACHTERGROND INFORMATIE SUIKERZIEKTE (DIABETES) BIJ HOND, KAT EN CAVIA


Suikerziekte(diabetes) type 1 en type 2 is een hormoon aandoening

We spreken over diabetes type 1 als het insuline hormoon te weinig wordt aangemaakt. Bij type 2 kan het insuline hormoon niet kan worden verwerkt door het lichaam

Type 1, komt het meeste bij honden en cavia voor. Hierbij wordt in het lichaam te weinig insuline aangemaakt. Bij de vertering van het voedsel in de darmen, wordt voedsel omgezet in voor het lichaam bruikbare bouwstenen. Een bekend voedsel bestanddeel, de koolhydraat, wordt hierbij omgezet in suikers. De belangrijkste suiker is glucose. Glucose wordt in het lichaam als brandstof gebruikt. Het lichaam heeft een specifiek hormoon nodig, het insuline hormoon, om de glucose te kunnen gebruiken. Bij een tekort van dit hormoon, is het lichaam niet in staat, de glucose als brandstof te gebruiken. We zien in de praktijk dan ook dat dieren met suikerziekte gaan afvallen.

Type 2, komt het meeste bij katten voor. Hierbij wordt in het lichaam voldoende insuline aangemaakt, maar is het lichaam onvoldoende in staat het te gebruiken. In tegenstelling tot diabetes type 1 produceert het lichaam wel insuline. Insuline is een hormoon dat er voor zorgt dat glucose vanuit het bloed in de lichaamscellen wordt opgenomen. Glucose dient als brandstof voor de cellen. Bij type 2 zijn de lichaamscellen zijn alleen minder goed in staat insuline op te nemen, waardoor het glucosegehalte in het bloed veel te hoog kan worden. Type 2 wordt meestal veroorzaakt door overgewicht en te weinig lichaamsbeweging. Diabetes type 2 verloopt gewoonlijk milder dan type 1. De ziekteverschijnselen van type 2 diabetes ontstaan meestal erg geleidelijk. Dat kan zelfs zo geleidelijk gebeuren dat het niet eens opvalt. Of de klachten zijn zo gering dat er niet aan diabetes wordt gedacht. De diabetes kan dan al maanden- of zelfs jarenlang - aanwezig zijn, totdat de klachten zo duidelijk zijn geworden, dat men aan de mogelijkheid van diabetes gaat denken.

Insuline bij suikerziekte

Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier. Bij het niet goed functioneren van de alvleesklier, wordt te weinig insuline aangemaakt. Bij de reguliere geneeskunde wordt het tekort van insuline dagelijks bij gespoten. De alvleesklier wordt niet behandeld, waardoor de alvleesklier steeds verder kan degenereren en op termijn steeds meer insuline gespoten moet worden. Bij oudere honden en gecastreerde katers komt het meer dan gemiddeld voor. We zien het echter ook bij jonge honden en poezen. Bij bepaalde hondenrassen komt suikerziekte meer dan gemiddeld voor.

De volgende symptomen kunnen optreden bij suikerziekte:

  • veel drinken(dorst)
  • veel plassen
  • gewichtsafname(honger)/ gewichtstoename
  • moeheid, meer gaan slapen
  • sufheid, zwakte aan de achterpoten
  • jeuk
  • afname gezichtsvermogen, wit uitziende ooglenzen
  • infecties, zoals blaasontsteking, huidinfecties(steenpuisten) en schimmelinfecties
  • malaise en braken(acetonlucht)

De diagnose suikerziekte

De waargenomen ziekteverschijnselen wijzen bij type 1 meestal direct in de richting van suikerziekte maar om hier zekerheid in te krijgen wordt de definitieve diagnose gesteld door bloed/ urine te laten onderzoeken op het glucose gehalte. Bloedonderzoek is betrouwbaarder dan urineonderzoek. Type 2 ontstaat erg geleidelijk waardoor meestal bij het waarnemen van de symptomen, niet direct hieraan gedacht wordt. Bloed/ urine onderzoek is ook hier de aangewezen methode voor een diagnose.

DE REGULIERE BEHANDELING TYPE 1

Insuline toedienen
Diabetes type 1 wordt veroorzaakt door een insuline tekort. Daarom moet dit tekort dagelijks, op een vast tijdstip worden aangevuld. Uw dierenarts kan u hiermee helpen. Het komt regelmatig voor, dat het dagelijks injecteren van insuline bij dieren, meestal katten, in de loop van de tijd steeds moeilijker wordt. Het betreffende dier gaat steeds meer tegenwerken. Dieren zijn gewoonte dieren en omdat de insuline op een vast tijdstip gespoten moet worden, "weet" een dier precies dat het weer "zo ver" is. Omdat niet bekend is hoe groot het insuline tekort precies is, moet de juiste dosering worden vastgesteld. Anders gezegd: uw dier moet worden ingesteld.

Het instellen op insuline
Aan de hand van het gewicht van uw huisdier zal de dierenarts bepalen hoeveel insuline moet worden gespoten. Het is noodzakelijk, dat het glucose gehalte in het bloed wordt vastgesteld. Op basis hiervan wordt de hoeveelheid te spuiten insuline regelmatig aangepast. Wanneer de juiste hoeveelheid insuline is vastgesteld, zal uw huisdier snel herstellen. De gezonde conditie keert terug en het vele plassen en drinken verdwijnt. Regelmatige controle blijft noodzakelijk, omdat de alvleesklier niet wordt behandeld. We zien in de praktijk dat na verloop van tijd de behoefte aan insuline meestal gaat veranderen. Een aanpassing van de hoeveelheid insuline is dan noodzakelijk.

Insuline is een relatief veilig middel. Toch kan het bijwerkingen hebben. De meest voorkomende en levensbedreigende bijwerking is dat teveel insuline gespoten wordt, zodat de hoeveelheid glucose teveel daalt. Uw dier kan dan een hypo krijgen. Het is daarom belangrijk dat een dier nauwgezet ingesteld wordt op de dagelijkse hoeveelheid insuline. Speciaal dieren die zich verzetten tegen het bloedprikken, is dit bijzonder lastig. Het is wel een eerste voorwaarde, als U kiest voor de behandeling met insuline, het bloedprikken regelmatig, elke 2-3 dagen wordt uitgevoerd. Bijwerkingen die minder vaak voorkomen zijn netelroos, huiduitslag, allergische reacties, zwellingen rond gewrichten.

Hypo
Een hypo ontstaat als te veel insuline wordt gespoten. Een hypo kunt U meestal zien aankomen. Het gezichtsvermogen neemt sterk af, trillingen over het lichaam ontstaan en uiteindelijk kan dit in een coma resulteren. Als U een van deze verschijnselen ziet, dient U direct wat suiker te geven. B.v. direct wat vloeibare honing in de bek smeren of druivensuikerpoeder opgelost in een theelepel lauw water. Hierdoor neemt de hoeveelheid glucose weer toe en verdwijnen de symptomen. U moet voorkomen dat uw dier in een coma komt!

DE REGULIERE BEHANDELING TYPE 2

Lichaamsbeweging
Bij de behandeling van diabetes type 2 is het belangrijk dat uw dier gaat afvallen. Van belang is om te streven naar een normaal lichaamsgewicht. Het stimuleren van lichaamsbeweging is dan ook een vereiste. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door bewust uw kat achter een speeltje te laten aanrennen. Er zijn ook speeltjes waar U eten in kunt doen. Hierdoor moet uw kat zich gaan inspannen om aan zijn voedsel te komen. Het handhaven van een normaal lichaamsgewicht in deze situatie blijft ook in de toekomst zeer belangrijk. Door de bereikte gewichtsvermindering neemt het uithoudingsvermogen toe, verlaagt het de bloeddruk en verbetert het de werking van hart en spieren. Hetgeen een positieve bijdrage geeft.

Voeding
Speciaal koolhydraat beperkte voeding is zeer belangrijke bij de behandeling van suikerziekte. Dierenartsen hebben meestal meerder merken brokken beschikbaar. Het komt regelmatig voor dat uw kat de brokken het helemaal niet lekker vindt. U kunt uw kat ook gewoon op een complete vers vis/ vlees maaltijd zetten. Hierdoor wordt het zelfde bereikt. Bijvoorbeeld verse sardientjes/ panharing. De vis compleet geven. De vers vis/ vlees voeding geeft een aanzienlijke bijdrage aan de vermindering van overgewicht, hetgeen de controle van de suikerziekte verder verbetert.

Glucosetabletten
Als het voedingsadvies bij type 2 diabeten onvoldoende resultaat geeft en de bloedglucosewaarden te hoog blijven, worden tabletten voorgeschreven. Allereerst moet men dan proberen een te hoog lichaamsgewicht omlaag te brengen, dit lukt niet altijd. Er zijn meerdere soorten tabletten die het bloedglucosegehalte kunnen verlagen. Ze werken op verschillende manieren, stoffen die werking van insuline bevorderen, stoffen die de lichaamscellen gevoeliger maken voor insuline, stoffen die de opname van glucose in de darm vertragen en daardoor zorgen voor minder stijging van de bloedglucose na een maaltijd. Het nadeel van al deze tabletten is, dat de symptomen bestreden worden en niet de oorzaak. De lichaamsbeweging- en voedingsadviezen blijven bij het gebruik van de tabletten ook altijd van kracht.

Zelfcontrole
Steeds meer katten en honden eigenaren gaan m.b.v. zelfcontrole het glucosegehalte in het bloed bij hun huisdier bepalen. Hiervoor zijn diverse eenvoudige apparaatjes beschikbaar. Deze zijn verkrijgbaar bij de apotheek. De apparaatjes zijn origineel gemaakt voor mensen. Maar eigen onderzoek heeft uitgewezen dat bij gebruikt bij dieren de afwijking van de aflezing van het glucose gehalte verwaarloosbaar is. Hierdoor zijn deze apparaatjes uitstekend ook bij dieren te gebruiken.

Onderzoek naar mogelijke oorzaken van diabetes.
Dr. Lisa Landymore-Lim heeft onderzoek verricht naar de relatie tussen voorgeschreven geneesmiddelen en het ontstaan van diabetes. Het rapport draagt als naam: "Diabetes: epidemie op recept".
De medische literatuur bevat veel duidelijk beschreven gevallen waarbij geneesmiddelen tijdelijke of blijvende insulineafhankelijke diabetes tot gevolg hebben gehad(Pharmacol Rev. 1970;2:485-518; J. Rheumatol, 1987, 14, 732-735). Hiervoor is in Engeland het voorschrijfgedrag van medicijnen per provincie in kaart gebracht. Bij het onderling vergelijken van het voorschrijfgedrag per provincie, blijkt dat in provincies waar de dubbele hoeveelheid medicijnen wordt voorgeschreven ook het dubbele aantal diabetes gevallen voorkomt. Uit een onderzoek bij baby's en kleine kinderen blijkt dat bij huisartsen die snel antibiotica voorschrijven meer kinderen in de praktijk aantreffen met diabetes. Een conclusie van het onderzoek is, dat de kans groot is dat zowel insulineafhankelijk(type 1) als niet insulineafhankelijke diabetes voornamelijk het gevolg is van blootstelling aan bepaalde chemische stoffen in geneesmiddelen. Van de volgende geneesmiddelen is bekend dat het tot diabetes kan leiden, Dapsone(behandeling lepra), pentamidine-isethionaat(behandeling longontsteking), Zanosar(Chemotherapie), Diuretica(Plaspil), Hydrochloorthiazide(behandeling premenstruele periode), Antihypertensiva(behandeling hoge bloeddruk), Penicilline. Het onderzoek is gepubliceerd in Medisch dossier maart 2007.

TNO onderzoek naar effectiviteit van Rehmannia kruiden
In een drie jaar durend onderzoek van dr. Mei Wang en Prof. dr. J. v.d. Greef naar het effect van Chinese kruidenformules bij diabetes type 2 wordt geconcludeerd dat de insuline afhankelijkheid duidelijk afneemt door het inzetten van de Chinese kruidenformule Rehmannia. In dit onderzoek wordt de Rehmannia formule aangeduid met SUB885. TNO gaat op basis van dit resultaat verder onderzoek verrichten om meer inzicht te krijgen in de werkingsmechanismen van de Rehmannia formule. TNO geeft met dit onderzoek ook aan dat de reguliere geneeskunde direct wil ingrijpen bij een ziekte, door bij diabetes bijvoorbeeld met insuline zo snel als mogelijk een complete normalisering in het lichaam gang wil zetten. Het blijkt in de praktijk dat een lichaam deze snelle gehele omschakeling meestal helemaal niet aankan. Men geeft ook aan dat het met de Chinese kruiden geneeskunde veel geleidelijker gaat, waardoor het zelfgenezend vermogen van het lichaam wordt gestimuleerd. Het zelfgenezende vermogen wordt door een behandeling met insuline niet gestimuleerd. De site www.figondmd.nl geeft het complete rapport weer. Het onderzoek is gepubliceerd in Conceptuur juli 2005.