Symptomen kunnen zijn:
Blaasstenen en nierstenen komen meestal voor in de vorm van struviet en oxalaat (calciumoxalaat). Veel minder voorkomende soorten zijn uraat en cystine.
Met microscopisch onderzoek van de urine kan eenvoudig worden bepaald welke vorm van steen aanwezig is. Verder kan worden bekeken of er bloed in de urine zit. De aanwezigheid van bloed wijst op een blaasontsteking. Zo'n blaasontsteking ontstaat door een blaassteen of niersteen: de steen beschadigt de blaaswand en deze wordt daardoor gevoeliger voor ontstekingen.
De reguliere geneeskunde bepaalt voor er tot behandeling wordt overgegaan, meestal eerst de zuurtegraad van de urine. Deze wordt uitgedrukt in pH. De pH is de maat voor de relatieve sterkte van een vloeistof, in dit geval de urine. De pH-schaal loopt van 0 tot 14.
Bij een pH lager dan 7 is meestal oxalaat aanwezig en bij een pH hoger dan 7 meestal struviet. In een beperkt aantal situaties is het echter net anders om. De pH-waarde geeft dus wel een aanwijzing over welke vorm van blaassteen of niersteen aanwezig is, maar zekerheid is er niet.
De reguliere geneeskunde ziet problemen met nieren, gal of blaas allemaal als aparte ziektebeelden, en gaat niet uit van de onderlinge samenhang. Reguliere artsen proberen ook de pH-waarde te beïnvloeden. Onze ervaring is dat dit meestal niets oplost (letterlijk en figuurlijk gezien).
Blaas-en nierstenen kunnen bij hond, kat en cavia ontstaan doordat de urine oververzadigd raakt met zouten. Dit komt in de praktijk meestal omdat kant en klare brokjes veel te weinig vocht bevatten. Bij een teveel aan zouten in de urine kunnen zich kristallen gaan vormen, die geleidelijk steeds groter worden. Vaak hechten de zoutkristallen zich vast aan organisch materiaal dat van nature bij mens en dier in de urine aanwezig is, zoals celmateriaal en bloedrestjes. Hierdoor ontstaan structuren die op den duur doorgroeien van kristallen naar gruis, die uiteindelijk weer kunnen uitgroeien tot een steen. Bij kristallen gaat het nog om microscopisch kleine deeltjes (tot 1/100 mm), gruis zijn tot 1 mm groot, en stenen zijn gemiddeld 1 tot 2 cm groot (bij grotere honden worden echter zelfs stenen tot 4 cm gevonden).
Vaak heeft een hond, kat en cavia al langere tijd een beetje last van de blaassteen of niersteen, die soms middels de natuurlijke weg het lichaam kan verlaten, echter bij een acuut ontstane stress situatie leidt dit wel tot klachten. Situaties waarbij een dier veel stress kan ervaren zijn bijvoorbeeld: een verhuizing (de vaste patronen en geurtjes zijn weg), een nieuw huisdier erbij of de geboorte van een baby (waardoor de baas zich anders gaat gedragen tegenover het huisdier).
Blaasstenen en nierstenen kunnen bij hond, kat en cavia verschillende soorten klachten veroorzaken. Deze zijn afhankelijk van de grootte en vorm van de steen, en de plek waar deze zich bevinden in het urinewegstelsel. Zo kunnen scherpe randjes van de steen het slijmvlies van de blaaswand beschadigen, met blaasontsteking als gevolg. Ook kunnen steentjes de afvoer van urine uit de blaas naar de urinebuis verstoppen.
Uw hond, kat en cavian kan dan niet meer plassen en de blaas raakt overvol. Omdat de urine niet meer afgevoerd wordt, kunnen de nieren de afvalstoffen niet langer uit het lichaam verwijderen. Een ophoping van afvalstoffen in het lichaam is het gevolg. Deze veroorzaakt lusteloosheid, verlies van eetlust, braken en algemene malaise. Als u deze klachten ziet bij uw huisdier, is er sprake van een ernstige situatie en moet u uw dierenarts waarschuwen.
In de praktijk zien we dat bijna alle honden, katten en cavia's, die met blaasgruis kampen, werden gevoerd met droge brokken. Daarom is het aan te bevelen dat U geen brokken meer voert, omdat deze maar heel weinig vocht bevatten.
Het is beter om aan hond of kat verse vis of rauw vlees te geven, deze bevatten ongeveer zestig procent vocht. Hierdoor wordt de blaas beter gespoeld en kan het dier de gruis gemakkelijker kwijtraken. Voor meer informatie over voeding voor honden en katten met blaasproblemen kijkt u hier:
Ook bij konijnen en cavia's is het belangrijk, niet teveel brokken te geven. Te weinig vocht en een te hoog calciumgehalte in de voeding zijn bij deze knaagdieren vaak de oorzaak van blaasgruis en stenen. Het is belangrijk, verse groenten en af en toe wat vers fruit aan te bieden (b.v. broccoli, worteltjes, koolraap, appel). De huisdieren moeten steeds bij hun hooi en vers water kunnen komen. Hoewel hooi eigenlijk ook een "droogvoer" is en calcium bevat, hebben ze dit nodig! Wanneer ze helemaal geen calcium zouden krijgen, zou er een mineraaltekort ontstaan en schade aan de tanden en botten ontstaan. Om ze wat meer aan het drinken te krijgen, kunt u verdunde thee (kamille of brandnetel) geven.
Naast hooi, verse groente en kruiden is als aanvullend voer voor cavia's b.v. JR Farm Grainless Complete Cavia geschikt, en voor konijnen JR Farm kruiden dwergkonijnenvoer Grainless.
En vergeet u niet, dat wilde konijnen nooit in hun nest zouden plassen! Dit is de reden waarom konijntjes in (niet diervriendelijke) hokken proberen, hun plas zo lang mogelijk op te houden. Dit kan het ontstaan van blaas- en nierziekten bevorderen.
"Vergruizen" wordt bij huisdieren niet gedaan. Er is geen speciale vergruizingsapparatuur voor dieren ontwikkeld. Een dierenarts kan de volgende behandelingen voorstellen:
Idiopatische cystitis is een blaasprobleem zonder aanwijsbare oorzaak. Er is dan geen blaasontsteking, blaasgruis of blaassteen aanwezig en toch gaat een hond, kat en cavia zeer vaak plassen. Dit is meestal een gedragsafwijking. Het zit als het ware tussen de oren. Hieraan is met Chinese kruiden helaas ook niets aan te doen.